In mijn praktijk voor haptotherapie zie ik regelmatig cliënten die hard zijn voor zichzelf. Ze moeten van alles kunnen: werken, studeren, sporten, opvoeden, huishouden, vrienden maken en de vriendschappen onderhouden, koken, creatief zijn, een mooi lichaam hebben, een toffe partner zijn…

En ze moeten dat allemaal ook nog heel goed kunnen van zichzelf.

Het is nogal wat, zo’n hoge lat.

Wat mij opvalt is dat veel van deze cliënten deze manier van leven aangeleerd hebben gekregen van hun opvoeders. Soms niet van beide opvoeders maar toch in ieder geval wel van één van beiden.

En laat ik eerlijk zijn: deze opvoeders hebben dat ook weer van hun opvoeders geleerd. En vaak in nog veel heviger mate. Het is dus niet een kwestie van schuld dat ouders dat doen maar dit is een gedragscode die van generatie op generatie doorgegeven wordt.

Binnen de haptotherapie probeer ik deze codes helder te krijgen bij de cliënt en stel ik de vraag: is het jouw keuze om zo perfectionistisch te zijn of is het je aangeleerd?

Automatisch volgt de vraag: past het je om zo te leven? Word jij hier wel blij van?

De lat onbereikbaar hoog leggen maakt dat je je voortdurend incompetent voelt. Je voldoet nooit. Dit zorgt voor stress en sombere gevoelens die soms zelfs depressief maken.

De lat ligt in je hoofd. Je lijf doet niet aan latten.

Daarom is haptotherapie zo’n fijne therapie. Je leert je lijf voelen en de signalen van je lijf serieus te nemen. Je kunt op die manier beter voor jezelf zorgen dan jou, met welke lat dan ook, ooit gelukt is.